04-05-2008

WHAT'S THIS EMOTION - poetae dictis

NOTA: April, vanaf 01/04/2008 tot 30/04/2008

----------------------------------------------------------

01/04/2008: FOOLS EDITION
Ik zit vast, genageld, gespijkerd, vooral gebonden door een arsenaal aan draad.
Koorden, knopen, zakskes die mij omsingelen, god weet waarom. Ik ook.
Ik ben graag content, indien mogelijk, en als alles goed loopt. Eén of twee
of drie keer storingen in het netwerk, god weet waarom. Ik niet echt.

02/04/2008:
Verheugd als een kantoorbediende om 5 uur ‘s namiddags, wanneer het werk
wordt afgeblazen. Zo ook blaas ik af, mijn wanhoop. Ik word tevreden.
Ik word gesteld. Ik wist van niks meer, misschien was ik van de wereld.
In één of andere andere dimensie, een derde bijvoorbeeld, verstopt voor niks.

03/04/2008:
Wij zijn Franken, en momenteel zijn wij in gevecht, een oorlog van reeds 4 dagen,
en hij blijft gaan. We zijn aan de verliezende hand, maar de heil is nabij.
Wij zullen worden bijgestaan door een volk, zo schoon en zo machtig,
zo helend, het zal ons een droom zijn, een droom vol, en vol deugd.

04/04/2008:
Blijven wat je bezig bent te zijn en dan nog worden wat je bezig bent te willen
eventueel verdienen wat je bezig bent te krijgen en en passant vergelijken.
Een eerste liefde die terugkomt op het eerste gezicht. Desalniettemin
op het tweede zicht ben je terug niet te spreken. Tegenslagen in mijn gelaat.

05/04/2008:
Verlossingen, één voor één voor nog één en dan nog één. Tot alles zowat
weg. Zodat alles weg is. Maar altijd, steevast blijft iets hangen, in mijn hoofd
zowel als in mijn buik, als rupsen die vlinders willen worden, maar daarvoor
te weinig stof hebben. Te weinig weerstof. Het idee is er nog steeds.

06/04/2008:
Soms wil ik weg, maar noch gebonden, noch gedwongen, ik blijf liggen.
Omdat ik dat kan, ik heb keuzes -misschien te weinig soms. Ik lig
met graagte. Geen problematici, neen, alles dat in orde komt is alles.
Zolang de tijd loopt kan ik erdoor, geen barrière van stilte houdt mij tegen.

07/04/2008:
Tijdsverschillen bestaan niet meer, een interesse ervoor is verdwenen,
samen met een zekere hulpeloosheid. Ik zou vechten voor wat ik wil,
maar in die plaats krijg ik een schoot, waar men nutteloze gedachtes
in gooit, alsof het een picknickmand was waar iedereen van kon genieten.

08/04/2008:
Het licht aan het eind van de tunnel bleek uiteindelijk niets meer dan
een gloeilamp, die reeds een jaar lang 3 uur per dag brandde, jammer,
maar nodig. Af en toe een flikkering houdt me scherp, zo scherp als alles
wat me stoort. Hetgeen gebeuren kan als ge nen echte man zijt.

09/04/2008:
Een niets dat me omringd, en dat soms wordt doorboord, met tegenzin
langs beide kanten. Het is een gebaar dat telt. Gebaren kunnen en effet
wel tellen in deze situatie. Een kleine voorsprong heb ik al, maar ik moet,
ik moet hem behouden. Zorgen dat ik niets meer verlies, dat ik win.

10/04/2008:
Verschillende psychologische weeën randen mij aan, en ik heb er geen idee van,
ik weet van geen duidelijkheid, eenduidigheid of gelijkheid. Ik stel geen plannen op.
Ik denk nergens meer aan en vergeet zelfs wat er gebeurd is, ik wil het zo.
Misschien moet ik terugkeren naar hoop, maar dat levert weinig op meestal.

11/04/2008:
Als koorden die me vasthielden, me vastknelden, en die werden weggehaald,
als een druk die even stopt en plaats maakt voor geluk; druk geluk.
Alsof ik kon opspringen en dansen en huppelen, en eventueel omarmen
en denken, ik heb jullie gemist, maar ik ga het nog steeds doen, tevens.

12/04/2008:
Een uitbraak van geestelijke invoer, te veel te vroeg, maar niemand die daarom maalt,
niemand die ook maar enigszins blijk geeft van twijfel. Een blij gezicht of 2, 3.
Misschien 4, met moeite te tellen. Alles lijkt een beetje nieuw, pas gekocht,
een beetje alsof het met schuurpapier gepoetst is en gepolijst en proper gemaakt.

13/04/2008:
Een rustig draaien en keren, een moeizaam bezigzijn, een uiterst fijn bestaan.
Een nadenken over de passages die langskomen, een verdenken van niemand,
ik wil niets weten maar het is wel nodig, een foutloos probleem, denk ik,
hetgeen niet op te lossen valt met letters noch brieven noch boeken.

14/04/2008:
Een verstoord ritme van halve tellen gedurende een hele, net geen 2.
Het gaat om koetjes, kalfjes, maar ook lammetjes en zelf vogelbekdiertjes
want niets is niet belangrijk in ons stelsel, stelselmatig blijkt alles
hetzelfde te zijn, enkel en alleen omdat wij geen verschil zien kunnen.

15/04/2008:
Geen messen hedendaags, geen wapens want die zijn verboden, en geen geluid.
Wij zijn stil en gerustig, volgens de wet moet dat, volgens de sinjoren echter
niet meer. Geschreeuw zou de mijne moeten zijn, maar dat is niet nodig
ik ben echt, nog een der weinigen, ik ben hard en wil niet ten laste zijn.

16/04/2008:
Frequentieel, plus minus 138 keer van de 1440, een oprisping, meermaals.
Serieus was het, een vijl die langzaam de korsten eraf pulkt, zonder probleem.
Gewoon een vervelende kwestie die zich eenmalig meermaals voordoet,
met een schitterende kwelling die niets zeggen wilt, geen woord komt eruit.

17/04/2008:
Geleidelijk gaat alles. Een hele stap vooruit voor de mensheid, dat ben ik.
Vooral ik, want ook anderen ondervindeneen soortgelijk, vaak erger nog,
tegenslag, een pijn als het ware, een ziekte aan een of meerdere bestanden
of bestanddelen van het lichaam. God weet waarom, en hij zegene hen.

18/04/2008:
Ik ervaar een integraal absolutisme voor mijn eigen goeddunken, ach ja,
zo sprak ene, en niemand wist wat er precies gaande was, maar het was goed.
Content, tevreden, blij, gerust en gesteld, opgelucht zou ik durven zeggen.
En moest men er nu een drama van maken, het werd ze kwalijk genomen.

19/04/2008:
Een inslag doet zijn intrede en ik ben in de war geraakt door vele gevallen,
vervelende voorvallen en derende deadlines. Ik mocht niet rusten maar
het was wel nodig. Ik durfde, ik kon niet anders. Geen andere manier,
geen wijze om naar voren te treden, na verloop van toch een behoorlijke tijd.

20/04/2008:
Kleine, haast en bijna vergeten attenties, aandachtjes van onverwachten
ze doen deugd en goed en het is fijn dat ze zo zijn. Alles is fijn wat is.
Werkelijk een handeling die nooit werd weerhouden, tot voor kort,
maar nu werkt werkelijk heel het systeem weder zoals het hoort te werken.

21/04/2008:
Spanning zonder erotiek, het lijkt onmogelijk, het blijkt te doen, goed te doen.
Ik blijf vertwijfeld en een beetje angstig om wat komen gaat, wat geweest is
zelfs, omdat alles terug een nieuwe outfit draagt, en ik hang erachteraan.
Ik ben gedreven door wellust, maar ik ben na het minste gedoe: een wrak.

22/04/2008:
Een strijd die minder doet aan mij dan aan anderen, de hel, de hemelen,
er woedt iets in mij en het is nog bezig, maar het kan me niet schelen denk ik,
ik wil ik voort, verder op een lijn, hetzij een kromme, hetzij een gebogen.
Wat niet lukt laat ik achterwege, ik doe eigenlijk gewoon mijn zin mijns inziens.

23/04/2008:
En niemand geeft, en omdat niemand geeft, loopt het zo goed, dit is goed.
Het verhaal van mijn leven begint nergens te laat, net op tijd en ik volg het stipt,
soms een beetje te vroeg. Straling vanuit ergens buitenaf, recht in mijn bestaan,
het komt recht op ons af, we kunnen het niet doden, dus we ontvangen het.

24/04/2008:
Een teveel een toestromen langs vele -niet alle- kanten recht op ons.
We zijn een entiteit, wij worden door een enkele overheid eenheid bestookt,
en jammerlijk zijn wij niet in staat terug te vechten. Geen communicatie.
Geen werking van eender welk intervariabel mechanisme, of dergelijk.

25/04/2008:
Ik kan toch moeilijk leven met een soms te genoeg en soms te weinig, want
ik heb liever te veel, in overvloed. Niet zelf-gecentreerd, of “egocentrisch”,
maar puur uit noodzaak. Puur om de noodzaak. Soms te veel moet,
soms moet ik verder overleven, soms moet ik afzien, soms moet ik niks.

26/04/2008:
Vertederend was het, zoals gedeeltelijk voorspeld, maar beter, ‘t wordt beter,
‘t wordt warmer, heter, beter, gezelliger. Comparatieven ontbreken nergens.
Gezamelijker. Contenter dat we nog eens weg zijn uit de sleur. Gebrekkiger.
Verlegener om iets te zeggen dan tevoren. En minder gelukkiger door u.

27/04/2008:
Ongebruikte dozen, leeg en zonder ook maar één artikel te bevatten, worden
opgestapeld, tot enkele meters hoog. Niet platgedrukt, niet opgevouwen,
want dat kost moeite, en moeite hebben wij niet. Niet platgeregend,
want dat kost ons zon, en zon houden wij liever voor onszelf, erg lang.

28/04/2008:
Mijn moleculen bewegen traag, soms, heel soms botsen ze, energie-toevoer.
Energie-afvoer, een slot, tegen mijn wil voor actie, geweld en vochtige bodems,
ik ben voor jullie, ervoor, maar ik vind u niet tof, noch aangenaam om bij te zijn.
Een spijtige zaak, ik ben een elite, een delicatesse, ik sta ver boven de meesten.

29/04/2008:
De basis van de omgeving ligt aan een basisch milieu, zacht en ongezwonden,
zoals een lelie die net uit het water rijkt, te kort voor overwoekering,
te lang om zich te verbergen. Wat we allemaal zouden willen, verbergen,
ons, in hoekjes, steegjes, donkerte, duisternis, en dan plots een straal licht.

30/04/2008:
Een uit de kast gekomen kerel, recht voor mij, rug gekeerd, hoofd gedraaid.
Ik zou volgen moeten, om mee te zijn, om te kunnen zijn wat ik wil.
Men zou plukken moeten, bloemekes en grassprietjes, en ruiken moeten.
Ieder voor zich zou kijken moeten, naar anderen vooral, en naar beneden.