30-06-2008

WHAT’S THIS EMOTION? - poetae dictis

NOTA: Juni, van 01/06/2008 tot 30/06/2008

----------------------------------------------------------

01/06/2008:
Wij zitten wij nergens op, noch onder, noch mee in. Ons alter ego neemt over
vanaf hier ergens en het deert me niet. Ik forceer ons lust, goesting en vrijheid
aan te houden. Wij houden vol omdat we moeten, opdat we verder kunnen doen.
Opdat niet alles verloren zou lijken. En niet alles zo banaal mogelijk verdween.

02/06/2008:
Opeens bijt ik ergens in, in iets zo fundamenteel groot dat ik niet kan missen,
maar ik bijt verkeerd. Mijn bijdrage blijft onopgemerkt, soms zelfs niet geapprecieerd
op momenten dat ik mij N.B. afvraag wie in gods naam -in zijn naam zelfs!-
deze mentaliteit opgang bracht, en waar het hele idee vandaan gekomen is.

03/06/2008:
Als een ballon die dringend leeggelaten moet worden, omdat hij reeds
rimpels vertoont van een ongekende en onvoorziene ouderdom, ons aller
bekend als de feromoniale vergankelijkheid, die men krampachtig probeert,
tracht, vergeefs, machteloos toekijkt hoe men deze passage niet kan verijdelen.

04/06/2008:
Halverwege stoppen en beginnen met één zoveelste af te werken, omdat
het moet. In de beginne was er niets, en dat is toch even zo gebleven, maar
wanneer Christus herrijst en ons in 2 rijen opdeelt, stap ik er gewoon uit, opdat
ik samen met soortgelijken een derde rij kan vormen, misschien dé differentiële.

05/06/2008:
Ik zet mijn eerlijkste beentje voor, en met het hoopvolste -tevergeefs tegelijk
ook het linkse- stap ik uit bed. Het draait voortaan om superlatieven, het liefst
het superlatiefst mogelijkst, zoals het nooitst iemand was. Moedig is de over-
treffende trap van hartig, de bepaling van gesteldheid met nuance van voorwaarde.

06/06/2008:
Mijn ontlading werd doorvoed met elektronen, maar ontdubbelt door een
eigen arsenaal protonen. Mijn stabiliteit viert zege, ik lach glim, ik ben tof.
Alles lijkt helderder achteraf, maar hetis toch niet zo. De illusie van het voorbije
neemt het over van de gedachte van het vermijdelijke heden, of misschien morgen.

07/06/2008:
Een vredig ochtendgloren day zichzelf tot wredige dageraad kroonde,
alsof het een spiegel was die mijn ziel telkens herhaalde, telkens wederbracht.
En ik naïef wachtte of gewacht heb tot er ieand langskwam, desnoods
enkel mentaal of psychisch. Alsof ik olifanten tot muggen maakte.

08/06/2008:
Misschien is alles -toch?- herleidbaar tot het niets. Misschien houdt alles,
waar dan ook, een afleidbaarbaar ontelbaar bestaan, levensloos of niet, vurig
of niet. We moeten sowieso opletten, voor alles wat ons niet in de weg staat,
omdat dat zich nog kan verplaatsen en vervormen tot hemelshoge hindernis.

09/06/2008:
Mijn eigen collectief moreel enerzijds triomferend over zijn eigen poëtisch
gelaagde geslaagde overwinning, anderzijds gebogen als een rups onder
kwesties buiten mijn bereik, het zoekt een uitweg, middenweg die ervoor kan
zorgen dat alles goed komt, rendabel voor mijn collectieve gemoedsgesteldheid.

10/06/2008:
Ik ben maar wachtende, aan ‘t wachten tot er iets groeit bij haar. Misschien
een gezond verstand met een telecommunatieve neiging richting mijn hart, misschien
een lichamelijke bijstand in het gedeelte tussen armen, buik en hoofd. Misschien
zelfs een liefde die zo groot wordt dat… Nee, hoogstwaarschijnlijk niet.

11/06/2008:
Zeg nooit iets tegen iemand want ze kunnen het op een nefaste manier
met een waarschijnlijke wijze gebruiken tegen jou, jullie, ook tegen ons.
Een minoriteit dient voor opstanden op te starten door op te staan, maar
in mijn lokaal blijft iedereen zitten, want niemand zegt nooit iets tegen iemand.

12/06/2008:
Het gebeurde nogal onverwachts, want werkelijk niets had men verwacht,
het was een doodlopende weg die leidde naar een eindig gegeven,
en men wilde zo graag stoppen. Een onmogelijkheid, zo blijkt, wanneer
men oppert dat iedereen toch hetzelfde is, gelijk en gelijkwaardig, en aardig.

13/06/2008:
Terug gekeerd naar binnen en op mezelf gedraaid bij haar verre aanblik,
verteerd en bezeten door een allerlei aan schokkende ingewanden, ik ga weg.
Ik durf amper terug te keren, uit schaamte en apartheid van de algemenen,
ik denk mezelf weg en zoek een poort, waarlangs ik niet binnen geraak. Ook goed.

14/06/2008:
Moeilijk is zijn ongelijk niet te ontkennen, want zijn rede brengt ons sowieso
en evidentmatig in conflict met onszelf, een broodnodige oorlog over wie zich
zal promineren. Over een affectie die noch beantwoord is noch ongeleverd wordt.
Heel dit bestaan, wee ons, gaat over pijn en grenzen die niemand meer kent.

15/06/2008:
Soms is het nodig -en plus: noodzakelijk zelfs en sterker- om wakker te worden,
ook al en zelfs al wordt het niet zo bevonden. Zich wekken door een toon,
een ensemble van tonen of een lumineuze omgeving, en u gelijkaardig
weer te bedde, te zetel of in uw eigen gevoelswaarden te leggen. Doch, kijk uit.

16/06/2008:
Ik word bevangen in ontvangenis, mijn water breekt en bevrijdt mij
hoogstwaarschijnlijk van een kind, een kind van kennis, klaarduidelijk.
Ik zie nog alles, ik hou van alles, mijn gedachten controleren mijn mond,
ze besturen de spieren. Ik kijk op en lach, zonder enige geldige geldende reden.

17/06/2008:
De vraag is ende zal blijven of we al dan niet nog een klein gevoeltje voor zin
voor smaak en voor bevalligheid hebben. Blijft ons nog een goesting over?
Ik vrees ervoor, want de keuze blijft als een vraagstuk voor mij, waarbij
de grafiek 2 nulpunten heeft, die allebei evenver van de as staande zijn.

18/06/2008:
Niet zozeer goed, verdrongen door gebreken aan tijdsbesef, ruimtegebreken
en landkaarten doen me niets meer. Minder goed, want teleurstelling heeft
mij in zijn hand terwijl ik in haar armen wil, men tezeer met mijn voeten speelt
en ik niets meer uit mijn zakken kan halen dan teneerslag en bijna verdriet.

19/06/2008:
Niets blijft over in mij na de slachting die ik hetzij amper, of misschien zelf niet
overleefd heb, omdat ze mij zozeer uitmergelde, vooral aan de geest.
Ik wenste een dier te zien, een dier met een gestreepte vacht, om welke reden
dan ook, en ik wenste dat ik kon zien en voelen hoe het voorbij ging gaan.

20/06/2008:
Ge zegt dat ik te veel denk en droom, dat ik eisen veel te hoog stel. Ik kan slechts
zoveel wensen, als mijn hart dat begeert, maar ik kan ook zoveel willen, zoveel
als mijn gevoel van mijn lichaam kan verdragen. En al antwoord ik niet,
noch met geest noch met beeld, ik ben toch in de buurt van u geweest.

21/06/2008: SUMMER EDITION
Iets brak en het was zowel mijn schuld als mijn bewustzijn, mijn waarde scheurde
over niets dan asfalt en steentjes in dat asfalt. En tegelijk bleef ik ademhalen,
met veel zuurstof, veel leven. Mijn gemoed ging erop vooruit, of misschien voorin.
En vooral was ik verward, ik kon niet meer tellen en ettiquette is mijn tas thee niet.

22/06/2008:
Gedane afvallige langs zijnde opvallende tot komende gevallene, zoals
een man beschreven door Rimbauds gewezenheid, zijn aanwezigheid,
zijn openlijke genialiteit en inzicht in ‘s mans kleine revolutie van het bestaan.
‘t is gedaan, zo kwam het over en zo bleek het ook, 6 uur en 10 mensen lang.

23/06/2008:
Alles is alles, en dat is veel in vergelijking met niets, iets dat mij vrijwel omgordt.
En zo stop ik de dynamica, ik ben reeds geioniseerd en reeds negatief geladen.
Ik vind niets meer, geen prijs om te prijzen, geen lover om te loven, geen eer of
niets eerder om te eren. Een spijtige zaak, wetende van onze gelaagde diversiteit.

24/06/2008:
Al het verlorene is geweten en gevreesd, maar op een andere manier is het
verliezend. Al de dingen die mij belangrijk lijken zijn een heel eind weg, soms
maar een halve toon, en als ze dichterbij komen, dan springt het kapot.
Niet uit frustratie, noch uit angst, gewoon omdat mijn voeten bespeelbaar zijn.

25/06/2008:
Ik heb niet gescoord en de vrees zit erin dat het op een laag niveau zal blijven,
geruchten gaan geen enkele ronde en mijn faam is beperkt tot mijn ego.
Waarom leef ik nog voor die mensen die er eigenlijk niet toe doen?
Mijn blik gericht, mijn hart gevuld, mijn brein ontspoord, mijn gedrag stoem.

26/06/2008:
Als ik ooit iets zou doen dat meer waard zal zijn dan welk ding dan ook,
of iets zou zien dat meer zegt dan welk woord dan ook, uit al de boeken,
beloof dan alstublieft mij te verzorgen, vertrouw mij uw zachtaardigheid toe,
gedenk mij dan alsof ik uw geliefde was en verkies de waarheid boven fictie.

27/06/2008:
Hoewel ik in vuur en vlam sta voor iemand als zij, als het ware zij zelf, toch
bevries ik door de liefde. Petrus hoefde niets te herhalen, men begreep het:
als wij de liefde niet hebben… Als zij de liefde niet heeft, ben ik niets.
Als ik de liefde niet heb, besta ik niet meer om ook maar te kunnen minnen.

28/06/2008:
Ik hoop op een gedenksteen voor mij, en niet enkel voor mij, ik hoop op een symbool
dat mij omvat en alle mensen aan wie ik mijn handen heb bevuild (of afgeveegd).
En één is groter dan de rest, een terechte gedachte. Ik wil een gedachte
aan mijn gedachten; een afbeelding van mijn inbeeldingen; een verhouding.

29/06/2008:
Het proces, bij correcte handeling absoluut niet overbodig, voert mij aan,
het behandelt mij, het probeert mij op te lossen, en erger, het dringt zich op.
Niets dan zien, drinken en bij mij hebben is mijn doel, met een lichte nadruk
op laatstgenoemde droombeeld, een zoals ze door Dalì niet werden gemaakt.

30/06/2008:
“Gedachtes zijn de shaduwen onzer bevoelingen, steeds duisterder, iets
minder vol en vooral eenvoudiger dan eerstgenoemden”. Nietzsche,
met een nagel en kop. Omdat niets ons geen route wijst, zelfs niet digitaal,
niets helpt ons, dan wijzelf en een beetje de inverse kracht van uw geliefde.

01-06-2008

Texts de chansons à la mode de Karel Pt.II

Andrew Ain’t No Queer
Boys who love boys aren’t gay
Girls who kiss girls are okay
Nobody cares
‘cause they should explain themselves anyway

They’re wasted
They’re drunk
They’re just insanely plain outta their mind
OI! OI! OI!
They’re horny
They’re dumped
They’re about the best shot they will ever find
OI! OI! OI!
But Andrew is no queer!
Andrew is no queer!
Thank God!

----------------------------------------------------------

Over iemand die niet homo is. Genaamd Andrew.
The Nobodys-stijl, I guess.

----------------------------------------------------------

Why Don’t You Like Me, Damnit?
Girls they tend to like me
they always stand beside me.
But one of them’s acting strange
I think she’s trying to derange
me. I hope she’s ordinary
but in fact she’s more than any
girl I’ve ever met before.
She is what I fucking live for.

And IIIIIIIII
keep asking myself
whyyyyyyy.

Why don’t you like me, damnit?
Why don’t you like me?
Is it because I’m ugly?
Is it because I’m not your type?
Is it because you hate me?
Is it because I’m not alright?
Is it because I don’t know how to say “I love you” in 236 languages?
Because I don’t.
And that’s too bad.

She takes me to another
level but I don’t bother,
I figured out the reason
to why she is so freezing
cold. She just won’t like me,
but never will despise me
since I do nothing wrong
thinkin’ ‘bout her all night long.

And IIIIIIIII
keep asking myself
whyyyyyyy.

Why don’t you like me, damnit?
Why don’t you like me?
Is it because I’m no fun?
Is it because I’m just a slob?
Is it because I’m undone?
Is it because I just don’t stop?
Is it because I don’t know which ingredients are in your favourite pasta dish?
Because I don’t.
And I don’t care.
I just think
you should be mine.
That’s why.

----------------------------------------------------------

Over Lien, en haar oninteresse in mij. Damn it.
Denk er iets alla The Movielife bij of zo.

WHAT'S THIS EMOTION? - poetae dictis

NOTA: Mei, vanaf 01/05/2008 tot 31/05/2008

----------------------------------------------------------

01/05/2008: ASCENSION/LABOUR EDITION
Ik ben aan te spreken als een heer, een man, een mens genaamd. Voldaan,
gezet, gebroken. Eigenschappen zonder enige referentie jegens mijn wezen,
wat ik werkelijk voorstel. Ik ben een oppervlakte, meetbaar en buigbaar,
maar ik ben invariabel. Ik ben een vlak, en gij kunt op uwe kop gaan staan.

02/05/2008:
Als echte graver van putten, holen, gaten, holtes, gatten, dieptes, ondieptes,
en andere aanhangers van het negatieve reliëf, en als maker van deksels en
dergelijke, zo gaat iedereen zijn pad tussendoor, zonder zich zorgen te verbeelden,
iedereen doorkruist, of springt desnoods over, de putten die gemaakt zijn.

03/05/2008:
Kapot, maar niet gebroken, wel gescheurd en scheurend, misschien bescheurd.
Zeker besmeurd, als dat kan, met zweet, of misschien met water met zeep.
Niks dat kan misgaan gaat misschien fout, maar is die fout dan niet misgegaan?
Mij kan het niets schelen, zolang de zon mijn goddelijk lichaam maar omhelst.

04/05/2008:
Ik krijg een tegoed terug, zonder bonneke, maar met veel liefde; en al.
Ik denk. En ik stop ermee, want alles is niet om over te denken. Genot.
Ik doe maar alsof, maar uiteindelijk werkt het echt en schrik ik ik schrik
wel even, terecht misschien. Prachtige paletten, kapitalen aan kleuren. En al.

05/05/2008:
Zeven à acht minuten duurde het, tot mijn zoete ogen zich konden openen,
en nog eens zoveel voor ik ergens gekomen geweest ben. Veel tijden die
voorbijgingen, nodeloos en jammerlijk, tedere tijden. Fijn en niet aan te raken.
Ik wilde iedereen laten zijn, laten doen, laten zien, maar dat gaat fout. Verzekers.

06/05/2008:
Als ge een aftocht moogtafblazen, waarom verwijten ze ons dan, wanneer wij eens
een optocht opblazen. Er is geen vergelijking en alles blijft hetzelfde, in rust.
Het is een kleine afwijking van de norm, maar als zelfs de norm al afwijkend is,
wat maakt het dan nog uit. Wij zijn van mening dat goud iedereen goed doet.

07/05/2008:
Suspensie, pretentie, vergankelijkheid, wie weet mij het te vertelle, Muze?
En Muze, mag ik u aanroepen? Mag ik iets vragen? Muze, ik zie uw fotografie!
Verbanden die ongewild gelegd worden maar een beetje vergeten tegelijk,
zoals verliefdheid ons uitbreidt, maar ons tegelijk vergeet, of niet ziet staan.

08/05/2008:
Een hevig verlangen naar 2 velden verder overmant mij, een overheersende
Schoonheid, het neo-platonisch ideaal, inclusief wind, haren en schone blik.
Zij is wat iedereen wil, maar niet iedereen krijgt. Allesbehalve lustobject,
een schoonheid omvat haar die liefde amfetaminetisch opwekt. Terecht.

09/05/2008:
Een veroorzakende zon, stralen van abormale grootte, zweet overal.
Als een golf spanning overal, een druppel die een emmer verbazing vol maakt.
De noten, tonen, oren, een perpetuele gratie van de digitale echtheid.
Ontlading van kop tot teen, achter naar voor: Beatissimus. Hot. Water. Music.

10/05/2008:
Zonder gezever, een grootst geluk en onevenaarbaar, niks deed me beter.
Ik kan sterven, en ik zal tevreden zijn, omdat ik gezien heb wat ik wilde,
omdat ik ervaard heb wat begeerd werd dat ik ervaarde. Ik heb alles
wat ik wil, dus het kan me niet schelen als ik het ineens kwijt speel.

11/05/2008:
Een ver te zoeken empathos, maar aanwezig. Mijn fysiek gedrag werd snel
een gedrang, met mensen om te gaan, door ze een afscheid te bieden,
iets waardig maar niet te veel. Gezellig maar niet te veel. Ik ben nu efkens
in orde, maar of dat blijft, is een gok. En gokken is niet echt gemakkelijk.

12/05/2008:
Door overvloedig wederkerige voornaamwoorden te gebruiken, laat ik, terecht,
mijn overvloedig wederkerige gevoelswoorden zien. Iets atypisch, onvoorspelbaar,
ne klop die ge nooit had verwacht, een greep die het verleden niet kan vasthouden
(noch door zwakte noch door tegenzin), maar iets tegelijk onmetelijk verregaand.

13/05/2008:
Als een paard bestegen, maar kapotgedraaid. Kapotgebroken. Kapotgezaaid.
Kapotgegaan. Kapotgelegen. Kapotvermaand. Kapotgekregen. In 2 stukken.
Uit. Één. Kapotgezeten. Kapotbestreken. Kapotgeketend. Kapotgekeken.
Van grimas tot glimlach in 2,15 seconden, doenbaar, doende en gedaan.

14/05/2008:
‘t Was schoon geweest, bleek genoeg geweest. Niks meer schoon, maar nederig.
Ondergaand, nedergehaald. Niet om goede bedoelingen. Een mentaliteits - eh -
changement. Of een vastzitten, een blijvensteken. Een debiele fase die ontweken
moet worden. Jammer voor ons, want ‘t is zo aanwezig als een nat grasdek.

15/05/2008:
Vertier was niet ver te zoeken. Zelfs als men onder een steen keek kon men
plezier vinden. In het leven, in het moment, in een andere dimensie. Overal, gelach.
Nooit slecht bedoeld, soms verkeerd verstaan, als bijtjes die rond je oren zoemen.
Alles blijft nog in orde, fijn zo, heus waar. Niets klapt ineen, niemand valt aan.

16/05/2008:
Elke seconde werd een twijfel, maar hij duurde nooit lang, elke minuut deed ertoe.
Als een bende, een groep, een hoopje met 1 uitsteekpunt dat we willen vormen
tot een team, een ploeg, een humain werktuig met steeds 1 hoogtepunt,
van waaruit Euler zelf de rechte mag kiezen. Zolang het maar geen lijnstuk wordt.

17/05/2008:
Moest ik in Frankrijk wonen, ik zocht onophoudelijk naar verbanden, relaties,
en ik zou ze vinden, zeker, maar ik zou ze niet kunnen vatten. Ik kan
zo hoog niet grijpen, ook al probeer ik te springen. Soms zitten zo’n dingen
in het innerlijk, en zonder dat geraakt ge niet ver. Zij is het onbereikte.

18/05/2008:
Een acht op een schaal van één tot tien in hoeverre ik mij niet druk maak,
niet om wat men ziet, noch hoort, maar vooral om wat men niet ziet.
Een acht en een half om te tonen dat ik slechts een beetje geef, om slechts
een beetje persoon, begin ik te denken. Een negen voor de eenzaamheid.

19/05/2008:
Op zoek naar een uiterlijk rust was ik, bleef ik steeds maar. Vermoeidheid had
geen betere toeslag kunnen wensen, een promotiedag. 1 leven voor de prijs van 2.
En of het eerlijk was, scheelde me niet, maar dat het heerlijk was, des te meer,
ik vond echter vooral, dat het, ondanks alle misgunsten, begeerlijk was.

20/05/2008:
Ofwel was er geen eind ofwel waren er veel te veel. Stopplaatsen bij elke weg
naar mijn hart, en een file wegens ongeluk recht voor die ene die ertoe doet.
Een changement de décor zal noodzakelijk zijn, bedenk ik, denk ik al lang,
maar het begiint te dringen en ik heb nog steeds geen ruimte ervoor vrij.

21/05/2008:
Half weggezakt in een droom die geen droom was, over een liefde,
die geen liefde is, met een individu, welke te verheven is, en een entiteit.
Een geheven hoop op verrijking, een vergeven hoop. Maar ik volhard,
met een knipoog naar mijn held, door een verbintenis met een taal.

22/05/2008:
Er is iets in mijn omgeving dat onbespreekbaar is, en erger, onbereikbaar, en erger;
onvergetelijk. Onverwaarloosbaar, op een dysfemistische manier uitgedrukt.
Waarom ben ik geen vanger in een graanveld? Waarom loop ik rond tot ik val,
tot ik val en er bij neerval, zonder opgevangen te worden. Ik moet mezelf vangen.

23/05/2008:
Een nood aan een personage in mijn leven dat cruciaal zal blijken, en dat nu al
doorslaggevend is in mijn gedrag. Een zoektocht naar net dat wat ik wil,
en ook al is het vrijwel onmogelijk, en ook al is het onbereikbaar, en zelfs al
is het te hoog gegrepen, dan… Ach zot, dan geef ik het misschien beter op.

24/05/2008:
Een slecht begin zonder eind leek het me in den beginne. Het werd positief
anders, verschillend en misschien zelfs beter, met een stilzwijgende afspraak
met mezelf dat ik stilzwijgend zou verlangen. Mijn ogen krijgen des te meer
te zien, wanneer ik er op let, en aan aandacht ervoor ontbreekt het me niet.

25/05/2008:
Niets te veel voor mij, bij voorbeeld een herhaling in een herhaling is gewoon
iets uniek. Een heel aantal la’s en re’s die eigenlijk nullen en vijfen zijn
opent mij een wereld, reeds ontdekt maar te beperkt. En zonder mogelijkheden
tot exploitatie blijf ik er alleen bij zitten. Aan de wereld: ‘t is min 10 graden nu.

26/05/2008:
Ik zit niet met een klein probleem; ‘t is iets psychisch, psuchusch zelfs, want het
raakt me, denk ik. Het is een tweestrijd tussen 2 krachten, een positieve
en een veeleer negatieve. Het is jammerlijk, want ik weet niet wat te doen,
niet hoe het te doen en ik weet niet hoe ik me een houding moet geven door hen.

27/05/2008:
Uiteindelijk sta ik er maar alleen voor, volgens een wetenschappelijke studie
bij 6,5 miljard mensen. Er was sprake van een syllogisme, waar bij de conclusio:
“individu = eenzaam” net iets meer nodig had dan 2 1stegraadsvergelijkingen.
Ik hoop een uitkomst 0 gelijk aan 0, zodat alles vals blijt, zonder enige implicatie.

28/05/2008:
Een afgeleide brengt me in hogere sferen van afleiding, iets anders dan dat
wat ik zou moeten voltooien. Soms om het amusement, soms om de
noodzaak, soms om de afleiding op zich. Vooral om met mijn gedachten
vanalles te verzetten. Ik ben niet echt machtig maar ik denk van wel.

29/05/2008:
Het verzet geeft nooit op, en ook niet als het zich tegen het origineel keert.
Wij zijn wel echte mannen, jongens als het u blieft, maar krachtig genoeg en
verliefd genoeg. Capabel tot grote dingen van geen enkel belang, bereid tot
lachen, plezier maken en hersenmoorden. Het ondergaan doet ons niets.

30/05/2008:
Dood en quasi vermoord, noch in materie noch in achterliggende theorie
door mijn ganse omgeving, een bende hoopjes -maar loos van hoop- achter mij.
Slechts 1 begeerte en verder niets, en nog steeds lijd ik eronder. Ik zoek geen
eeuwige rust en ik wil mijn verlangen niet uiten. Ik wil haar als verlangen hebben.

31/05/2008:
Te veel variatie komt mij amper ten goede, verzoekende doch vergezochte
mensen komen mij tegemoet voor samenspraak, over de mensheid, maar dat is
onbewust. Perpetueel geluk is voor ons ook maar temporain, maar wie klaagt?
Ze zijn ervan minderbewust, wonderbewust dat ze alles kunnen hebben.