30-01-2014

Gedichtendag

Iedereen zegt dat het vandaag gedichtendag is. In het middelbaar deden we daar altijd iets mee. Sindsdien niet meer. Ik weet nog dat ik een haiku voor mijn vriend Bob had geschreven, die als volgt ging:
Bob Bob Bob Bob Bob
Bob Bob Bob Bob Bob Bob Bob
Bob Bob Bob Bob Bob
Onze leerkracht was niet onder de indruk, en kon er ook niet mee lachen. Het ding was, ik was toen effectief veel met poëzie bezig, maar ik was niet echt comfortabel met het idee van iets te schrijven in een klasklokaal-setting, laat staan in de buurt van al uw coole vrienden die van poëzie niks moesten weten. Ik heb later die les nog wel iets degelijks geschreven, herinner ik me, en dat voordragen ter compensatie naar de leerkracht toe. Geen idee meer hoe dat ging, maar waarschijnlijk was het iets met woorden in rare constructies en slimme afgeleiden, want dat deed ik wel eens.

Afin, het is nu gedichtendag 2014. Mijn sociale media vertellen mij dat. Misschien moet ik de draad terug oppikken. Laten we proberen. Ik heb geen idee meer hoe die dingen werken. Maar dat geldt tegenwoordig voor de meeste dingen in het leven.
Er is nog geld.
Er is nog tijd, er is nog
een ruimte vrij om spijt te krijgen.
Er zijn nog ideeën,
maar nu niet meer.
Is dit juist? Is dit ok?
Ben ik hier? Is dit ok?
Verantwoording.
Er zijn nog plaatsen
waar ik nog moet belanden.

Goeie ideeën -
of goeie plannen.
Misschien zit ik verkeerd, en
misschien is dat juist.
Voila. Een poging tot iets oppervlakkigs voorgesteld op een diepzinnige manier. Of iets diepzinnigs op een oppervlakkige manier voorgesteld. Hoe je het ook bekijkt.
Mogelijks probeer ik dit vol te houden en meer dingen te schrijven. Mogelijks geef ik het morgen alweer op, want morgen is het geen gecichtendag meer.
We zullen zien.