15-03-2008

De laetitia et culpa universa

NOTA: namen zijn telkens gecensureerd.

I. RMMRN: begrijpen en verstaan

Verwarring, innerlijk, maar
aan verwarring, uiterlijk,
resemblerend.
Ze tracht, naar de zon -onvermaand.
De zon, superieur, en de maan
verterend.

Een tegengesteld contrast, het
gevoel van defragmentatie.
Goddelijke intelligentie, maar
zij tekent geen
wijselijke vormen.
Schoonheid vloekt met perfectie.
Laat het. Alles.
Angst voor progressie, of
contragressie.
Contrast;
agressioneel.

Verwarring, als zij en hij.
Wij en ik.
(03/05/2006)

----------------------------------------------------------

Starend in de verte,
of wel
de verte?
Statisch starend, maar in de
dichtte. Of tegelijk
de verte. Verte
derende blikken, ooghoeken
naar haar zijde.
Haar prachtige zijde, omrand met
wazige verte, en dichtte.
Een onbestaande kracht, bestaande uit
verbintenis.
Verbonden zijn als verbanden, helend voor zij
die streden om hun fouten. Of
mislukkingen. Of gewoon
toevallige gebeurtenissen.
De macht der gebeurtenissen, over
treft de kracht der verbonden. Nee,
bijna, want over is duur.
Gebeurtenissen scheiden ons, verbonden niet.
Doch, beseft het gevaar,
verbond.
Verband.
Verbannen.

----------------------------------------------------------

De aanwezigheid, die me
tegelijk
angst, genegenheid, genegeerdheid
inboezemt. En als dat aandringen me
aan het oor legt, kan ik
niet.
Zij kan altijd.
In haar versie van realiteit
ben ik iets, onbeschrijflijk, maar tevens,
onbelangrijk.
Eén van haar landschappen,
drijvend, ergens in zee.
Of eerder, nergens in zee.
En als ik niet kan, kan zij nog steeds,
troeven, voor de kaart liggend,
de kaart, de zee.

----------------------------------------------------------

Geachte,
verveel je maar. Ik zit niet. Ik sta.
Ik sta met mijn vleugels, vleugels
van twijfel, en van angst.
Gedachte,
weer ben jij daar. In mijn zieke hoofd.
Het hoofd is vreemd. Ik weet niet
wat. Je zit er, maar of ik dat…
Verachte,
wat denken we nu? Ik en jij, niet wij.
Wij is geheel. Apart, zijn ik & jij.
Als niets en alles. Maar toch geen complementen.
Ik krijg geen complimenten.

Gegroet,
één moment. Dag. Twee moment. Ja.
Vaarwel?
(29/05/2006)

----------------------------------------------------------

Voorzetsel
En dat het niet zo verstaanbaar zal zijn.
Luisteren is het oor toeleggen.
Toeleggen, aan wat je wil.
Maar ze wil publiekelijk.
Iedereen, het verstaat enkel haar.
Maar men verstaat het niet meer.
Luister dan toch!
Haar perspectief plukt de vruchten van jouw
onzekerheid.
Ze kijkt, roept, fluistert, verstrengelt zich overal
tussen.
Als wat men vertelle aan één
wat men verzwijge aan éérsten.
Wetend, maar onachterdenkend.
Ze…
Haar…
Druisend door ieders wereld. Ieders kleine, onzinnige wereld.
Hun hemel, mijn vaag vuur.
Mijn ogen sluiten zich, vrijwillig.
Één.
Twéé.
Zés.
Zévén.
Négén.
De zon in mijn ogen.
Mijn ogen openen zich.
Ik ontneem mijn gedachten. Maar zij
ook.

----------------------------------------------------------

Het verloop gaat om het zijn, niet het bestaan.
Zij, die haar interesseren, en zij, die haar willen zijn.
Ze laat een spoor van afgunst achter, een diamant zonder geloof.
Een spoor om te geloven. Een geloof om te bestaan. Een bestaan om te zijn.

Wees gegroet, en omkader de virtuele beelden.
De realiteit is er an sich, maar ongeïnteresseerd als haren.
Het beeld van de realiteit, een reëel virtueel ontknooppunt.
Ze groeit uit een impact van rust. Maar als iemand haar ziet,
bekeert ze zich.

Perfictie.

----------------------------------------------------------

Les fenêtres s’ouvrent de doute,
se ferment de securité.
Comme elle ne le prend pas,
comme il y avait des portes.
La douleur de la couleur par cœur
fait semblant d’être. Une être entre,
et elle la remarque.
Elle crie et prend l’attention
à la main. Elle la tient, comme
ce seraient une secrète concrète.

Et que voit-elle? Le bon sens
la mets sur une route, une route!
Plus pénible qu’on penserait.
(xx/06/2006)

----------------------------------------------------------

Expression: Soleil, le vent
Quelle drame, dès qu’elle
se lève, quand on
lève ses lèvres.
Oh, adapte-toi,
je voudrais rire, peut-
être de toi.

La lieu où on
apporte sa propre vent,
je peux parler avec
l’odeur, les couleurs.
Car quelle amusement,
l’eau rouge bout comme
avoir l’orange en haute.
Pour que je les lâche, les couloirs,
en ombre du soleil.
Pour que ça soit qu’on fait:
La difference,
les conséquences.

Mutate istos manus laudantes
in iratos pugnos collatos.
(12/12/2006)

----------------------------------------------------------

Oh ma déesse
Les yeux cassés, je te vois.
Ton atmosphère, je crois, elle est là.
Comme une maison d’êtres concrètes
On dit la vérité, si c’est la plus vieille secrète.

Mais parce que je ne suis qu’une personne,
vous pourriez me laisser descendu.
Les arbres se mettent à la rare automne,
mais l’été nous a placé dans la même rue.

La conjonction entre vous et moi,
c’est nos mains, qui s’embrassent au loin.
Rien nous a changé depuis notre attention
rien que ma vision de perfection.

La passion sensible entre nos vues.
Vous êtes toujours première dans ma queue.
Chaque rendez-vous est plus spécial,
comme le debut d’une fin vitale.

----------------------------------------------------------

Ik heb nen date!
Vivo in molte case,
la stessa cosa parla.
Mah, ma dà la strada,
per ballare con qualcuno.
Non è possibile fare le
persone.
Posso fare? Non lo so.
Dimmi quando siete belli,
e io vado, guardo.
Ti voglio bene,
se tu vuoi diventare
il lago. Pìu di lagi.

Perché un’altra volta?
Forse un’altra volta…
Magari un’altra volta!
(19/12/2006)

----------------------------------------------------------

Over zij, ze, haar & elle, elles, lui, lei; een muze. Verliefdheid, 't is nogal wat zenne.

----------------------------------------------------------

II: WZTORLR: pure

Pour mon amour:
Als de zon door een raam,
De adhesie van water,
Het overtreffen van de maan.
Een overweldigend weerziens, tot later.

Je lacht vermakelijk glim,
Aardig wezend als altijd.
't Is Jij die ik zo bemin,
't is Jij die mij toch begrijpt.

Tzworlr,
Al is onze liefde stieke(m).
Eigenlijk,
Zijt U zelf mijn geluk!
(12/04/2006)

Pour mon amour pt. II:
Wztorlr, oh Wztorlr,
gij zijt zo een lieflieke,
gij hebt een hart van goud,
maar ik zit hier vast
hier in Kallemtouwt.

Tzworlr, oh, Tzworlr,
niemand zou zo goed rieken
gelijk gij, ons essentie der leven.
Voor u zou ik echt alles,
behalve mijn zicht geven.
(17/04/2006)

Pour mon amour pt. III:
Wztorlr,
gij zijt mijn hart aan ‘t pieken.
Maar ieke,
ik vind dat niet erg,
want ik heb hier nog nen helen berg
vol liefde, vol daden & woorden.
Gij zijt op mijn leven aan ‘t mieken,
en ge richt al goed.
Nu, hier, met al mijn moed,
zeg ik u dat dat moet,
want gij, gij
gij zijt echt heel goed. (27/04/2007)

----------------------------------------------------------

Dit was een correspondentie met iemand plezant.

----------------------------------------------------------

III: VZTMORA: zo dicht

Vermoedelijk ondergaan aan
wat -- wat?
Een bracht, van pracht,
gelacht.
Gij lacht.
Gelaten met blikken in zinnen van afgunst.
Discretie vormt uwen schoon.
Vermaakttttttttt.
De maan schittert, de zon bloost.
De sterren presenteren
u.
uw.
uwe.
uwen.

En nu…
gaan wij
ne keer

huwen?
(29/12/2006)

----------------------------------------------------------

Dit was een verjaardagsgedicht.

----------------------------------------------------------

IV: twogirlsjustlove

Vorming der uitwendige organen,
beide vol blijdschap om elkaar te ontmoeten.
Ze ontmoeten een eerste keer.
Een zacht, een teder.
Een lach, en beter.
Bruin tegen blauw,
en toch rood tegen rood.
En een beetje wit.
een winnend lot getrokken,
alsof ze elkaar slechts pas kenden.
Doch, ieder was al doorgrond tot op elk bot.
Ieder was al weerlegd.
(21/01/2008)

----------------------------------------------------------

Guess.

----------------------------------------------------------

V: …En de liefde

AMICITIA IGNOTA
Daaral was reeds een schone mens, voor het stad die ging en gaat nog
steeds, als was zijn plaats daar ginds noch tegen noch voor de wil wielen.
Ja, ach en wee, wie hij echt precies is dat weet ze, noch zijn naam;
eenzaam lijk zij steeds gaat zijn op de doortocht in haar land.
Zoals het blijkt ende lijkt hem te zien maar kijkt wel kort, haar lief.
Zij is als breekbaar, zeer intens tevens geraakt ofte duurzaam!
Hij is èn lieflijk, leeg van wat noemt zichzelf zien, èn is zo juist!
Twee druppels water vanuit de pomp, die liggen waar het mag, heel zacht.
Geen weet door afstand durend en, een leeftijd lang gedaan, och,
niet voor mee de spot drijven, ach, reeds gij, quasi tesamen.

TUM… DE AMORE
Meerdere steden en mooie ideeën vergaarden hen veelal
mee naar zijn lach of haar blik tuss’n heuvels en steden, minst aandacht
nodig is, nodig is die liefkozingen lijk familieband
krijgen elkaar treffen over de liefd’ ook voor nacht of zijn dag.
Deze was zeker fameus, de dag waaruit later gebleken
bleek hoe één Bernhard tevens Marie koos voor een nacht mee te
gaan naar die stad van aanhankelijkheid, oh, anders gaat dit
weerstaanbaar -voor liefden- weg, heel traag, tijdens de mooi’ nacht.
Heel zijn leven en heel haar wereld tesamen nu tijdens
deze begeerde stand, secum, net klaar voor één begin, geen eind.

PUER PULCHER VIRGOQUE VALIDUS
Mooie Maria samen met beest Bernhard, zij gingen bij val-
avond verleidelijk naar de rand, waar de stad eindigt en dromen
tegen acht uur des nachts reeds begint. “Kijk uit voor wat komt,” zei één.
Later werd deze volledig gek, ziek zelfs, verklaard. Ongelijk bleek.
Twee keer liefde in één prille tijd en stad, mogelijk eeuwig.
Zo zei zij noodzakelijk aan Bernhard, “Zijn we bedoeld of
zijn wij samen de zee uit aan ‘t doen, lijk gestopt door vuur?”
Hij: “Neen, gij denkt verkeerd, want ik zie u steevast nog heel graag!”
Maar toch opnieuw bleek haar wijsheid hier, ze ging ontdaan weg.
Roepende uit de grond zijner hart, schreeuwend ‘Marie’, welke stiekem
nadacht van deze gevoelens en haar dusver zware last aan hem.

DE AMORE ET DISCORDIA
Haast traag rees zij weer naar die plaats waar ‘em begeerde
voor haar naast hem te houden in zijn armen, hoopvol en spijtend.
Zij zou namelijk later, te laat zijn, hij is gegaan reeds.
Graag had ik deze romance nog meer uiteengezet. Helaas,
zo’n gratie is gekeerd als Maria met heer Bernhard uit wil.

----------------------------------------------------------

Een vernederlandste dactylische hexameter, iemand? Daarom is 't zo stoem en raar geschreven. Geïnspireerd op Ovidius' "Pyramus en Thisbe" (Metamorphosen IV, 1-112). Kei stoem, eigenlijk. Experimenteel, noemen we dat dan eufemistisch.

Geen opmerkingen: