24-03-2008

Een toekomst met Rakel!’, ‘s avonds & intiem!! (Vooral intiem!)

Monoloog door Karel Geuens:
Beste mensen, ik kom u eens te vertellen wat ik denk. Rakel denkt. Als individu denk ik. Ik denk voor mezelf en voor de maatschappij. Voor de samenleving, beschaving, cultuur, welzijn, samenhorigheid. En vooral voor ik.
Mensen, ik ben angstig. Leeftijden naderen waar ik ook sta, en ze naderen snel. Zoals Nerviërs tegenover Romeinen, zoals levensloop tegenover ik. Ik ben nu welgeteld 15 jaren en enkele maanden. Ik ben geboren in 1991. Beseft u dat het reeds 2006 is, op de rand van 2007. Tweeduizend en zeven. Het lijkt wel juist geleden of het was nog 2000, of zelfs 1999. Dat is angstaanjagend. Van ‘00 naar ‘10 in no time. 1991-2007, daar zit 16 jaar verschil tussen. Onze glorie, onze nederlaag. Onze elektronen, onze protonen, onze neutronen. Onze kern. Alles wat ik ben zit in mijn leeftijd. Alles wat ik representeer, komt door een getal, mijn ouderdom. En wee mij, mensen, ik ben angstig! Ik heb dingen beleefd, die niet eens belangrijk waren. Ik heb dingen beleefd, die geen dingen waren. Ik heb iets gezien, dat niets was. Ik heb alles doorstaan, om tot de conclusie te komen dat het nodig was. Het was noodzakelijk, belangrijk, cruciaal, vertederend. Het was vooral voorbij. Gedaan, zeiden ze. Gedaan, zeg ik nu. En ik kan niet zeggen dat ik er spijt van heb, want dat is niet zo. Ik heb er deugd van. Maar, mensen, relativeert eens. Zo vaak dat we afscheid moeten nemen. Ik neem afscheid van een vriend waar ik ‘s avonds mee heb gebabbeld. Over dingen, weet u wel. Ik neem afscheid, en ik zit met een gevoel dat ik niet anders met woorden of talen kan omschrijven als “hmmph…”. Een… wrang… gevoel. Ik neem afscheid, en denk “hmmph…”, terwijl ik deze persoon de volgende dag gewoon terug zie, bijvoorbeeld op school. Situaties zijn vervormers van mensdom. Serieus, mensen, omgevingen en milieus zijn wat iemand maakt tot deze. U kent vast wel een geval waarin iemand die u normaal zo tof vindt, opeens vreemd doet. Ja, vreemd noemen wij dat dan. Bij gebrek aan moed, bij gebrek aan lef. Of in de wonderlijke Engelstalige uitdrukking: ‘Lack of guts.’ De afschuw spuwt ervanaf, als dat wordt uitgedrukt. Of in het Latijnse: ‘Audax deest.’ Een eufemisme gebruiken wij dan. Vreemd… En waarom? Waarom verdient deze persoon dat? Ik zal het u zeggen. Omdat in een andere situatie, een ander geval of een andere omgeving, deze persoon wel degelijk uw hart steelt, in die zin dat deze u graag ziet, en u deze ook. Situaties, ziet u. Personen zijn slechts illusies, zoals personages in het boek uwer leven. No shit.
Zo kom ik tot de conclusie dat tijd vooruitstrekt. Aangename periodes gaan voorbij. Ze gaan gedaan zijn geweest. Ze zullen geëindigd zijn. En dat is niet jammer, want dat is de bedoeling! Dat is niet spijtig, dat gebeurt! Wat dat wel is, dat is een subject. Mensen leven te ver van zich weg, terwijl ik hier wil suggereren om dichter met uzelve te vereenzelvigen. Bekijkt uzelf. Ziet uzelf. Ruikt uzelf. Geniet uzelve. En vervaagt uzelf, uiteindelijk. Maar wacht daar nog mee, dank u! Mensen, ik ben angstig. Ik ben Rakel de Vereenzelvigende en ik ben 15 jaar en ettelijke tijd later. Ik vecht niet, ik wacht. Ik vocht, en wachtte op. Dat was vroeger. U kent het gezegde dat u misschien beter stopt met in het verleden te leven? Awel, misschien is dat ook zo. Meerderheden kunnen gelijk hebben. Maar wat ons niet tegenhoudt is om dit verleden, wat eigenlijk gewoon een vroeger heden was, te koesteren. 5 jaar geleden wisten we nog niet dat we toen niet mochten leven. Nu is dat opeens sociaal veranderd, en bent u oud als je terugdenkt aan wat toen nog vrienden waren. Dat is nu voorbij. Mensen, dat is triest, want moesten we dat verleden niet hebben, zouden we niet weten dat dat binnenkort wederom zal gebeuren. Mensen, ik ben angstig. Binnen ettelijke jaren, zal mijn nu oh zo mooie 15-jaarssuffix veranderen in wat ik noem 18 jaar. Dit, mensen, is wat ik noem, angst. De wereld der volwassenen. La monde des adultes. Der Welt von Erwachsene. Orbis terrarum hominum grandium of zo. Il mondo di uomi grandi of zo. Ik weet het allemaal niet. Het kan mij misschien ook niet zozeer schelen. Wat mij wel aangaat, is de praktijk hiervan. Mensen, angstig. Dat 1 getal als achttien zo’n verantwoordelijkheid op uw schouders -en niet alleen op uw schouders- kan leggen, is enkel bedenkbaar in onze 21ste eeuw, welke vroeger nog niet bestond, en tevens onze ondergang zou opleveren. Wel, we zullen zien. Ik heb koud, mensen.
Ik ben jong, en ik wil ervan profiteren. Ik moet ervan profiteren! Zo lijkt het, en zo is het misschien ook. Nu! Ik weet alleen niet goed wat, en hoe. En vooral wie. En waarom, maar dat ik wil ten gunste en ongunste uit mijn duim zuigen, of eventueel uit mijn mouw schudden, terwijl ik met uw voeten zit te rammelen. Nu kan ik dat nog! Uw voeten dienen in mijn opzicht om mee te rammelen! Wat anders? Mensen, binnenkort ben ik wederom ouder. Ik krijg wederom meer maturiteit. Ik krijg een meerderheid. Ik heb familie die 13 waren toen ik geboren werd, 18 waren toen ik 5 jaren werd, en nu werken terwijl ik 15 jaren ben. Deze persoon heeft zijn jeugd gehad. Mensen, deze mens heeft zijn adolescentie gedaan! Volbracht! Afgewerkt! En deze kan niet meer terug. Deze heeft zich ingezet, en dat allemaal voor evolutie. Ik heb familie die binnenkort zal rij-examen-theorie zal mogen bestuderen. Mensen, ik ben angstig. En ik blijf achter. Ik ga voort, stagnerend. Ik moet voort, ik word gedwongen verder te gaan. Op dit eigenste moment heb ik daar geen probleem mee! Nee, meneer. Maar termijn speelt een rol. Verantwoordelijkheden stapelen zich op, en ik ben slechts een weinig voorbereid. Te weinig, misschien. Wat leer ik uiteindelijk als ik het voorgeschoteld krijg? Wat begrijp ik als ik word gequoteerd? Wat zie ik als het donker is? Ik vraag u, mensen, wat voel ik nu? Mensen, ik ben angstig. Weer een nieuw jaartal in onze reeds donkere toekomst. Weer een geboorte herdacht. Weer een Messias. Weer een verloren doel. Weer een opgehoopte liefde, verloren. En ik geniet! Mensen, ik geniet! Het is niet moeilijk in te zien dat iets leuk is. Dingen zijn magisch, betoverend, vertederend. Maar het is niet bij te houden! Een berg van begeertes en afschuw verschijnt wanneer ik opsta. Consequentie is moeilijk. Ik groei op in een luxueus milieu, en misschien is het dat wat mij angstig maakt, mensen. Overbodige of onderbodige luxe stroomt me toe, terwijl ik deze misschien niet nodig heb. Nee, ik heb dat niet nodig. Maar het is zo leuk! Mijn audio-visualiteit stijgt naar normen. Ik kijk, en luister, en zie, en hoor, en ik hou ervan. Ik geef, en ik krijg. En ik ben er nog dolgelukkig bij. De crisis van de burgerij. En de toekomst. Ik zal later groeien, en ik zal uit de greep van de sociale standvastigheid verdwijnen. Ik zal zogenaamd volwassen worden. Ik zal! En ik zal ik het misschien moeilijk krijgen. Ik zal ik het misschien gemakkelijk krijgen. Ik zal ik misschien gelukkig zijn. Voor efkens, want dat mag niet altijd in Volwassenenland. Rakelland is een vrije wereld. Om eerlijk te zijn, Rakelland is niet zo ver hiervandaan. Ik hou van u, mensen, ik ben angstig. Wat ik beleef, is een gemak op zich. Ik maak me druk om zaken die voor een grote mens nog niet eens bestaan. Ik begrijp het niet. Ik snap het niet.
Ik ga moeten kiezen. Nog efkens, of misschien direct? Nu of later? Wat of wie? Waarom of hoe? Ik of mij? Nog enkele jaren zonder al te moeilijke en doordringende beslissingen en keuzes. Nog efkens zonder stress. Nog dit, zonder scheiding. Nog wat zonder voldoening. Nog even met verbonden. Oh, God, mensen, overstijgt u mij! Ik overkom, ik gebeur! Ik vermaak, ik maak, ik doe. Ik overleef, ik voel, ik onderga. Ik vergeet, mensen. Ik ben angstig. Animatie, plezier, en gezelligheid. Alles is zo perfect. Maar mensen, waar blijft de relativiteit? Mensen vergeten, verwaarlozen en loochenen zelfs. En ze weten niet waarom, ze wisten niet waarom. Ik weet niets. Wat was onze toekomst, moest ik iets langer gebleven zijn? Wat was ons verloop, moest ik iets meer gezegd hebben? Wat was er, moest men net iets meer verteld hebben? Dit, mensen, is een medaille. Eén kant toont dat deze ontmoetingen, herinneringen als het ware, deze situaties moeten behouden worden, in onze hersenen. Want elke gezond denkende mens weet dat een hart dient om bloed te pompen en zo, en niet om “plekjes voor speciale personen” of “gevoelens voor iemand” te bewaren. Da’s zever. Nu, een andere kant zegt dat we als collectief nieuwe dingen moeten aandoen. Zoals eerder gezegd, verleden is gedaan. Maar mensen, ik vind dat er meerdere verledens mogen zijn! En ik weet niet wanneer, en ik weet niet welke, maar er komen er! Déjà vu, een verschijnsel vol pracht, reeds volbracht. Ik voel wat ik reeds heb gevoeld, en dat is leuk! Want ik heb dat gevoel gemist. Het stelt u in staat uw gedachten her te beleven. En amai, verleden is mooi. Neem het in uw armen mensen, en laat het na afloop terug los. Embrace the memory, zoals ze in Verenigd Koninkrijkland wel eens zeggen. ‘t Is misschien moeilijk voor sommigen, voor mij ook, mensen, dus doe het maar rustig aan. Vlieg efkens weg, uit deze greep van emotie.
‘t Speelt een spelletje met mij, met ons, mensen. En u moet vechten! U moet als positief vechten. Stijgend, lerend, gevend. We gaan allemaal door. Ik zal 16 jaar worden. 16 jaar is een alom bekende leeftijd om “uit” te “gaan”. En ik weet zelfs niet of ik dat al kan. Mijn sociale vaardigheden zijn om niet te zeggen ver ontwikkeld -doch mogen we niet overdrijven, ik kan wel degelijk goed met mensen omgaan. Ik voel me enkel niet altijd erg gemakkelijk, omdat we in de 21ste eeuw leven. De 21ste eeuw waar de mening van elke jongere van dezelfde leeftijdscategorie blijkbaar ongeveer hetzelfde moet zijn. De eeuw waar idealen enkel nog door propaganda wordt doorgevoerd. Nu, mensen, kan men belacht worden omdat men verdomme fruit koopt in plaats van snoep of zelfs alcohol tegenwoordig. De jeugd, hè, mensen, en ik zeg dit omdat ik er deel van uitmaak en ze dus ken, de jeugd is of heeft geen mentaliteit meer. Ik denk dat denken voor uzelve al moeilijk genoeg was, nu wordt er u nog opgelegd ook wat te begrijpen en in te zien als juist. Nee, eigenlijk niet als juist. Als -en let nu goed op- “cool” en/of “geweldig”! Zoniet, bent u “schraal” en/of “ne loser”. Ik, persoonlijk, ben beide, en ik ben ook “ne rare”, maar daar heb ik geen commentaar op. Ik wed dat u dat niet zo geweten had, en ik evenmin, moest de jeugd van tegenwoordig mij dat niet verteld hebben. Ik zal ze maar dankbaar zijn, denk ik dan. Politieke correctheid is de uitdrukking die ik zocht. Ik hoop dat u hebt opgemerkt hoeveel keer ik wel geen “ik” heb gebruikt in deze tekst. Ik hoop dat u daaruit verstandige conclusies trekt zoals “Hier moet ik eigenlijk niet naar luisteren.” of “Ik ben slim genoeg om zelf te zien wat ‘t beste is.” of “Ik ga ne keer een pintje drinken.”. En ik ben trots op jullie, mensen. Ik ben trots op jullie creaturen.
Dit “uitgaan” includeert andere mensen, die ik misschien te graag zie om mee “uit” te “gaan”, of te veel minacht om mee “uit” te “gaan”. Mensen, ik ben angstig. Ik ben misschien nog niet helemaal voorbereid. Misschien is dat ook niet nodig. Situaties maken mensen. Ik ben er nog niet uit hoe alles ineen zit. Theorie, dat is een verklaring. Maar praktijk, mensen, praktijk zit ferm moeilijk ineen. Ik weet het allemaal niet, misschien moet ik maar eens zien wat anderen doen. Ik zie jullie nee schudden. Of wacht, ik schud zelf nee. Maakt niet uit, zolang u maar doorhebt wat mijn intenties zijn. Jazeker, voortgroeien. Ik kan tegenwoordig 3 keer in 5 minuten gegroeid zijn. En hard gegroeid, zeker tegenover een week geleden. Het is allemaal niet zo simpel, ‘t leven. Sommige mensen zeggen wel eens dat ‘t leven kort is, en u moet ervan genieten. Mensen, het leven is niet kort! Wat een illusies, zeg, het leven is het langste abstract begrip dat bestaat. Zo lang, je kan het je niet voorstellen! Maar ik denk dat mensen pas op hun 60ste of zo begrijpen dat ze hun leven flink verpest hebben, en ja, dan is ‘t wel nog kort. En dan komen ze ons zeggen dat het kort is. Hé, fuck it hoor, ik luister wel naar God! Wat wel wordt uitgedrukt is dat men ervan moet genieten, van het leven. Awel, meen ik hier geen contradictie te vinden met de uitdrukking in verband met ons verleden niet vast te houden! We mogen wel van ons “leven” genieten, maar van ons verleden blijven we beter af? Alles is een formule, mensen, een verband van grootheden. En dit zijn erg grote heden, mensen.
En het gaat verder. Ik zit nu in mijn jeugd. Ik ben 15 jaar, en als ik zo ne keer terugkijk wat ik al gedaan heb dat noemenswaardig is. Weet je, ik zal u zeggen wat. Niets! Nikske extreem of zo. Ik ben hier al 15 fucking jaren, en ik heb eigenlijk amper iets bereikt, behalve enkele spectaculaire ongelukken. Misschien moet ik maar eens meer een stapje buiten zetten. Misschien moet ik maar een revolteren! Misschien ga ik mij nu wel onmiddellijk zat drinken en pissen in den hof van ne wildvreemde kerel waarna ik in hun vijver spring en een of andere slapende eend onderkots. Of misschien doe ik dat morgen. Want mensen, dat is punk! Anarchie! Totale anarchie! In mijn hart, in mijn hersenen, en vooral in mijne lever! Maar daar zitten mijn principes mij in de weg. Ik had graag cool geweest, mensen, en ik waan mij ook zo. Jammer genoeg drink ik geen alcohol, en ben ik dat niet van plan te doen, en zal ik dus niet zat worden. Wat ik heel jammer vind. Maar, terugkomende op het aspect van mensen en vrienden, mijn omgeving en samenleving biedt de mogelijkheid niet mij te uiten. Stel dat ik wil pissen in iemands vreemde kapot gebroken bloembak, van wie ga ik dan steun krijgen? Nee, juist niemand. Van jullie misschien? Mensen, ik ben angstig. Ik heb nog een doel. Maar ga ik dat nog kunnen beleven? Heb ik nog plaats en tijd genoeg? 1 kant van mij zegt van wel, omdat ik denk dat ik nu pas eigenlijk met een fase van actie begin. Terwijl zegt er een andere kant dat ik al zoveel had kunnen verwezenlijken. Maar ik ben ik zwak! En iedereen weet dat dat niet goed is in deze periode. En ‘t gaat allemaal zo snel, tegenwoordig. Alles wordt vervroegd, en vervoegd. Mensen worden soms 80 jaar en al, en ik vraag mijzelf zelfs al af wat iemand in 10 jaar allemaal doet, laat staan waarmee iemand 80 levensjaren vult. Dat is werken, vragen, zoeken, denken. Daar is veel inspiratie voor nodig. Veel geduld. Veel gedachten hebben die mensen! Veel meegemaakt. Veel situaties. Veel mensen. Veel dieren. Veel getallen. En vooral veel verdriet. Mensen, ik ben angstig. Als ik weer een nieuw jaar achter mij laat, en tegelijk weer ettelijke enkelingen gedag zeg, en mij volledig blootleg, zal ik mij dan afvragen waarom? Zou dat een goed idee zijn? Zou ik van deze laatste jaardag moeten genieten, om het jaar genaamd 2006 in eer en bovengenoemde anarchie achter mij te laten? Ik zal het achter mij laten, dat is zeker. Ik laat momenteel alles achter wat ik heb. Ik moet voortgaan, verdomme! Ik kan niet anders. En uiteindelijk wil ik niet anders. Ik heb jullie graag. Ik heb andere mensen graag. En om dat staande te houden, ja, wij gaan verder.
En bij de aankomst moet opeens iedereen zich herinneren wat er gebeurd is, hoe dat gebeurd is en hoe vreselijk en afschuwelijk dat wel niet is geweest. Dat dat heeft kunnen plaatsvinden, komaan, mannekes, da’s toch geen doen niet meer, zoiets wordt dan gezegd. En waarom eigenlijk. Awel, mensen, de mensen lezen niet graag in een krant met een voorpagina waarop gedrukt staat dat HET LEVEN MOOI IS. Nee, dat is oninteressant. Dat moeten wij toch niet weten? En zodoende weten de meeste mensen dat ook niet! Beseft u de gevolgen hiervan? Wat is uiteindelijk nog tegelijk positief en “nieuws”? Niets, nee. Vreselijk. De wereld zal binnen zoveel tijd ontploffen, en er zijn vandaag zoveel mensen vermoord. Er is oorlog en wanorde in -toevalligerwijs- het Midden Oosten. Altijd die visering van zulke bepaalde regio’s, terwijl er overal oorlog en wanorde is! Maar nee, ‘t moet weer bij de moslims, God zegt dat. En dan stellen ze zich daar nog vragen bij ook? Ik heb gewoon een vraag aan u, de maatschappij, en de tijd: Waarom? Why? Warum? Pourquoi? Perché? Porque? Vorwatte? Mensen, u begrijpt dit? Ik dacht van niet. Sorry.
Wij leven hier in een wereld waarin minderheden met veel macht bewapend zijn en de grootste meerderheden die u kan bedenken leven in armoede, verdriet, en honger en dergelijke. En uiteindelijk is dat logisch, maar daarom niet correct. Politiek correct, misschien. Het draait allemaal over de capaciteit van ‘s mans wegen. Soms klaagt men wel eens over de grote verdeeldheid van naties in onze generaties. Sommigen staan voor een verdere splitsing, ofwel omdat ze zichzelf beter achten dan hun verbondene, ofwel omdat ze beter zijn. Anderen vinden dan weer dat er meer eenheid moet zijn. Een wereldheerser is een idee dat onmogelijk is, en zonder enig nut behalve dat oorlogen dan burgeroorlogen zullen zijn. Een continentale heerser is nog moeilijk. Een heerser is eigenlijk moeilijk. Lang leve bestuursverenigingen. Lang leve individuele ideeën. Misschien hebben we onderhand door dat we gewoon ne keer ons bakkes moeten houden, af en toe.
Wij gaan, tellend tot oneindigheid, en dan nog voortdenken. Het oneindige, dat is het onbereikbare, onzichtbare, onechte. Het is vooral het prefix on-. Het is veraf. Maar, mensen, onthoudt u, het komt, jazeker, het komt. We gaan wij nog verschieten, want het duurt misschien niet zo lang meer. Oneindig lang nog, en wie weet hoe lang dat nog is? Inderdaad, niemand weet dat. Omdat het oneindig is! Zulke abstractie maakt u van uw leven niet meer mee. Dat kan kort zijn of lang, veel of weinig, maar in ieder geval niet eindig, niet ophoudend. En als u het nog niet begrijpt, ga dan eens naar een heel lange straat of weg met bochten en lange rechten, en fiets daar ne keer door. Gewoon fietsen. Dat duurt erg lang, en meestal staat u op het einde van deze ‘avenue’ nog een zeer lange ‘boulevard’ te wachten! En zo kunt u blijven voortdoen, zonder ook maar effectief een einde te vinden, wordende een oneinde.
Mensen, ik ben angstig. Wat gaan we doen als er wel een einde is? Wat zal er van ons worden? Welke rampscenario’s gaan onze breinen nog terroriseren? Wat gaan we vandenavond eten? Ah nee, ik ben belachelijk bezig. Verman uzelf, Rakel! Wij zijn sterk! Wij zijn wijs -oh, oh, assonantie! Wij gebeuren, want wij zijn, en wij denken! Aaaargh! Roep ne keer, mensen! Wat is er gebeurd met redenloos eens roepen, of praten, of zingen? “We don’t give a shit about tomorrow!” zoals Ben Weasel ooit trots zong voor zijn ‘Suburbia’. We staan bij het einde van de wereld, letterlijk en figuurlijk, en wat doe ik dan? Ik maak mij nutteloos, en vooral belachelijk, en mensen, ik sta er niet bij stil! Zoveel dat ik kan doen, genieten en al. Maar dat is maar terloops. Net zoals nu. Ik zit mij uit te leven, en alleen aan mijzelf te denken. En het kan me niet veel schelen, ook niet. Dank aan jou, geweten. Ik denk aan mijn individu en houd nog steeds stand, maar op wulk een manier. Wederom een voorbijgelaten en onvolbracht doel uit zicht. Maar laten we vechten en strijden ten zijde van onze verlangens! Volg hen, oftewel uzelf, en laat u gaan aan de hemelen die onze aarde ons te bieden heeft. En vraag u niet af waarom, maar geef u over en geniet. Doe wat u ten goede komt, wat u verdient! Wij zijn geschapen naar Gods beeld, naar ‘t schijnt, maar mensen, een selecte groep van mensen rebelleert hiertegen. Waaronder de islam en zo, maar dat staat daarvan los. Stel dat u een zevende dag niets zou doen? Zou u dat fijn vinden? Voor deze selecte groep anarchisten kunnen we ze misschien bijna noemen, is dat niet het geval. Waarom zou een zondag minder moeten zijn. Op zondag moet u wel iets doen, namelijk profiteren van uw noden. Ga seks hebben met uw partner, met een vreemde, of met uzelf! Ga ne keer naar de voetbal kijken! Ga pistolets halen bij den bakker die stampvol zit! Dat, mensen, is het genie van de tijd. U had effectief kunnen rusten, maar wat had dat dan uiteindelijk bijgedragen tot uw welzijn, of zelfs dat van de samenleving? Retoriek, hè mensen! U zal voldaan ‘s middags een broodje kunnen eten, een brief schrijven naar de lach van uw beminde en/of beminnende, en efkens de wereld vergeten. Oké, dat laatste was niet echt serieus, maar de rest wel! Hoe kunnen wij ons veroorloven iets te vergeten in deze wereld, laat staan de aarde zelf? On-fckn’-mogelijk!
Een moeilijk bestaan leven wij eigenlijk, maar ik ben er alvast tevreden mee. Ik kan ook niet anders, nietwaar God? Ahzo. Godsdienst is fucked up. Mensen denken daar te veel, zodat ze uiteindelijk een oplossing misslagen en moeilijk gaan doen. Rationaliteit is sowieso niet meer ons sterkste punt, sinds de wetenschappelijke en individualistische processen voelen wij ons veel te geslaagd en te objectief waardoor we te “na” denken, en eigenlijk subjectieve dingen doen. Wat was er mis met oldschool dinosaurus-style leven? Inderdaad, daar was wel wat mis mee, dus ik ga hier niet ontkennen dat we zo regressief bezig zijn. Doch in zekere mate is er met de jaren een evolutie begonnen die we eigenlijk niet nodig hebben, maar we kunnen niet stoppen, en dat is het probleem! Mensen, ik ben angstig. Wij zijn allemaal zo slim! Hoe komt het dat we nu eindelijk toch doorhebben dat we eens eerlijk moeten gaan handelen, terwijl er in de 16de eeuw nog schaamteloos slaven werden verscheept. En dan grijpt de commercialiteit en/of machtsgebruik en/of corruptie in, en gaan we dingen doen waar niemand eigenlijk iets aan heeft. Wie heeft uiteindelijk naastenliefde nodig? Wie moet er nog kennis hebben van vriendschap uit de hersenen?
Nog zoiets! Waarom zeggen mensen altijd dat gevoelens of gevoelswaarden uit het hart komen. Mensen, het hart is een spier! Ik kan nog begrijpen dat u het hart met de abstracte begrippen ‘leven’ en ‘dood’ in verband brengt, omdat dat daar wel een grote rol in speelt, maar mensen, liefde zit in uw hoofd! Verliefdheid zit in uw brein. Geluk bevindt zich in uw hersenen! Verdriet zit in uwe kop! En als u dan verder gaat denken, dan komen we uit dat gevoelens, zowel verliefdheid en liefde, als verdriet en haat, illusies zijn, die u uzelf enkel inbeeldt. Want, eigenlijk, wat anders is het? Een tijd later, na efkens wachten, is dat terug weg. ‘t Was maar een gedacht. De uitdrukking ‘ik zie u graag’ is een mooi voorbeeld, omdat dat een link geeft naar het oog, dat registreert wat het ziet en deze signalen via zenuwen naar de hersenen doorstuurt. Deze zenuwen leiden niet naar het hart. De kern van uw levensduur zit bij uw hart, de kern van uw levensgang zit in uw brein. Koester het dus. Lees een boek, misschien zelfs op ne zondag! Schrijf een boek! Bekijk een boek! Kook eens voor een ander om uw creativiteitsgrens uit te breiden. Kijk eens een film! Luister eens! Naar om het even wat. Luister naar vogels, uw echtgenoot of echtgenote, uw kind of kleinkind, uw makelaar, de luidsprekers aan het station in uw geboortestad. Luister naar wat iets doet, of wat iemand zegt. Of, en dit vooral, want dat is niet gemakkelijk, luister naar wat iemand niet zegt, of wat niemand zegt. De stimulans hiertoe is ver te zoeken, maar een bevredigend resultaat is nochtans te garanderen. Want woorden zeggen erg veel, maar op den duur beginnen die mensen te zagen, en dan moet u gewoon luisteren naar hun pauzes, hun stiltes, en neem in u op -dat is ook belangrijk- wat hij of zij effectief zegt, spreekt, bedoelt! Wat hij wilt laten luisteren!
Wij leven allemaal in onze eigen utopie, en uiteindelijk is dat zo erg nog niet, want dat is tof! Maar er is een evenwicht tussen gevoel en verstand nodig om erdoor te komen. Nadat u uw vriend of vriendin hebt bedrogen -desnoods met uzelf-, keert u gewoon met een doodgewone liefhebbende glimlach terug. Dat hebben de mensen graag. Laten we in harmonie en nostalgie samenleven, laat ons zonder schaamte naakt op ‘t straat wandelen, gedag zeggen aan onze allerliefste 74-jarige buurvrouw, ne keer goed met onze PIEMEL zwaaien, of voor de madammen met onze TETTEN. Laat ons vredig slapen na een dag als deze, en wachten op de volgende trein naar de volgende middag waarop we weer ouder worden en de angst niet begrijpen alsof hij er niet is en zeker gisteren niet is geweest omdat we gisteren niet mogen blijven vasthouden want wij zijn de generatie van de toekomst. Ik mag dat. Maar ik wil dat niet. Of toch efkens niet. Misschien morgen, of volgend jaar. Je weet het direct, want het gaat zo snel voorbij.
Dank u om uw tijd te komen verdoen. Now go get drunk, bitch.

----------------------------------------------------------

Deze is geschreven op de valreep van 2006, zoals wel duidelijk is. Stel je voor.

Geen opmerkingen: