25-03-2008

WHAT’S THIS EMOTION? - poetae dictis

NOTA: Februari, vanaf 01/02/2008 tot 29/02/2008

----------------------------------------------------------

01/02/2008:
Ik ben dronken ofte zat van zat te zijn. Beuheden langs overal maar doelgericht. Ik
ben te dronken om nog te kunnen zien. Inzien dat ik hier het pad moet kiezen. Ik
ben zo dronken dat ik geeneens mijn sleutel vind. De deur naar oneindigheid is op slot.
En ik wilde, oh ik wilde dat mijn wilde gedrag zich verborg onder zo’n stille zee.

02/02/2008:
Zijn hologrammen een werkelijkheid, of slechts een weerspiegeling van een imitatie
van een idee in een werkelijkheid? En zijt gij een verdraaiing, een positieve afwijking
der natuur? Visioenen in uw dromen komen geuit in mijn buien, degenen van plezier.
Ach, mocht ik u zien en graag zien, zag gij mij dan ook terug? Noch graag, zeker?

03/02/2008:
Drinkgelagen bij zuiver kaarslicht en etentjes in de koudste koude in jouw centrum
en een rijzende en stijgende warme luchtstroom die hielp om het hart te bereiken.
2 rood-blauwe draden verbonden in de eeuwigheid, een totaal gehele onverwachte
schok en alles werd een grijs-paarse massa van wit en rood en blauw en vooral geel.

04/02/2008:
Ongeweten een doordrang tot het overgeweten, te veel is meestal heel erg goed.
Te weinig is maar een minimum aan valentie, behalve dat gejammer en gebeuren,
te weinig om te eten en te drinken, te weinig om deftig te richten op een doelwit.
Ach… Ecco ergo, moest elk leven een hemel zijn en moest elke dood niet bestaan?

05/02/2008:
Ingemaakt in de vorm van een figuur dat op een bepaalde stijl lijkt van het genre
idiotie, een wereld voor de meeste onbekend om 2 redenen, elk stereotypischer.
Achterbarige conclusies en een teveel aan vertrouwens voor het wel- en nietzijn
ze brengen mij tot ideeën onmenswaardig en gedachten pejoratief en stoem.

06/02/2008:
Vier keer zoveel dan gewoontelijk, 4 keer het aantal geluk tot een 4de macht.
Trillingen als vlinders die trillen in uw buik, een antinaturalistische opwekking,
zorgen voor een simulatie der drogeringen, zo zeer verwekkend en oplevend.
Dat een tijd maar voortdraait in plaats van terug, dan valt alles juist en precies.

07/02/2008:
Jullie eten blijkbaar, vooral met gouden lepels, zilveren vorken, een marmeren bord.
Ik grijp dusver mis en verkrijg een houten mes met splinters in mijn hand/hoofd.
Ik schijn heilig maar ik ben razend en kwaad. Ik ben niets meer dan een product
van mijn eigen ontwikkeling. Ik ben auto-teleurgesteld en onomkeerbaar gewist.

08/02/2008:
Bakken wolken en stapels regen, een vochtige ondergrond en natte bovengrond
maakten rustiek plaats voor een geheel van dit alles tot een negatieve macht.
Een volkomen genormeerde magie in de lanen van de steden in al onze landen
verbleekte tot een omvattende optie van richting en zin en goesting per dag.

09/02/2008
Een verlof naar buiten het centrum van mijn wezen, ik reis ver weg, weg naar
een stad gelegen achter bijna onbetreden treden maar amper onbewogen wegen.
Ergens ooit een zekere loopt mij tegen mijn lijf als een klap van een zonnebloem
waarvan alle zaadjes en alle blaadjes blijven kleven tot ze het besterven van koude.

10/02/2008:
Zinderingen zinderen zinderend na nadat wij muziek muzikaal musiceren laten, laat.
Herinneringen die vers uit een propere bodem kruipen doch lijken als een deel jeugd.
Eindeloze vergaderingen van -1 tot 6 uur, van 0 tot 0,05 procent, van 5 tot 24 procent,
van 5 tot 24 graden, van 0 tot 6 graden, en alles, a-lles, is enorm, eno-rm, lachwekkend.

11/02/2008:
Terwijl ik uitwaai in een imaginaire wind en word meegesleurd en word aangevallen
en ik vecht niet terug. Ik win anders, ik ontken en ik weet niets meer en ik ben bang
en terecht en ik hoop gewoon en ik zal winnen. Want ik ben zover geraakt, zo dicht
dat ik blijf. Ik keer noch terug noch weder noch verder. Maar ik blijf noch staan.

12/02/2008:
Een bezigheid alleen houdt mij soms alleen overeind, als in “in leven, over leven”,
dus werd ik afgemaakt met het mes op mijn slaapgewricht en een pistool tussen mijn
reeds eerder aangerande hersenen. Een fout komt nooit alleen, nooit zonder slechts,
en het betekent zo weinig zoals die helse vraag ook niets betekent, alleszins enigszins.

13/02/2008:
Jij, wind, jij wederkeert mij. Je werkt mij tegen alsof ik een veertje was, drijvend
in een warme luchtstroom die nergens te bekennen valt. Ik zou eindigen in een doos
vol zoetheid, allemaal verschillend, allemaal levensbepalend, allemaal even belangrijk,
allemaal even tijdsrovend. Maar slechts weinigen zo enerverend ende dwangmatig.

14/02/2008:
Alsof er een manifest label werd geplakt dat ik zelf niet kon lezen, zo’n gedacht
hebben ze van mij, alsof ik minder waard zou geweest zijn. Ik ben zelf bang, angstig
voor de liefde en de chaos in mijn hoofd. Er spookt iets, het besef van 2 tegenpolen
die elkaar maar niet kruisen. Ik wil veel, maar ik denk niet dat ik het ineens bekom.

15/02/2008:
Een (on)zekere warmte in mijn hart - omvat door een externe bedroefde kilte.
Ik weet niet beter, maar ik verlangde van wel. Ik zou een vraag stellen of zo,
een deling mede. Ik ben niet niet voor geen afwijzing bang. Zij is een godin,
ik ben een overwonnen Griek. Ik heb ook behoeftens, zoals haar. Echt waar.

16/02/2008:
Ik ben niet de enige, maar toch zeker een van de weinigen. Geen bezwaren of…
Mijn hoofd van benedenonder naar bovenop geheven, alsof ik belandde in een schip.
Voor eerst ook vooreerst een sterk verlangen naar een einde, een oneindig einde,
een einde waarin ik de protagonist ben, ik word er gaandeweg afgemaakt.

17/02/2008:
Loosheden in mijn kop overtreffen wijsheden ergens in mijn lendenen ergens.
Ik heb een idee dat niet bestaat of een feit dat niet klopt in uw wereld vol politiek
correctheid. Ik wilde maar dat ik vrij kon zijn, maar terzelfdertijd heb ik nood.
Ik ben reeds ver genoeg geraakt om te blijven staan, nu enkel nog blijven zijn.

18/02/2008:
Een wereld van faaldom, waarin iedereen die wint slim genoeg is om om te keren,
terwijl de dommen verliezen van het lachen. Een vertekend wereldbeeld zoals ik.
Mijn gemoed houdt geen midden tussen blij-esque en rustig. Reeds worden
bloedvaten verwacht compleet open te springen, zowel indien ja als indien nee.

19/02/2008:
Geen traag verzet doch vertraagde zet in jullie brein als een stomerij voor hersens.
Het luchtledige in mij komt vrij nadat een fictief wit, poeder in mijn stof kwam terecht.
Een spook dat net tussen uw boezem zit en eruit komt net voor ik u naderen wil.
Dicht gesloten en onbereikbaar mooi tegen ongezien tof en onbegrepen vreugdig.

20/02/2008:
Hoegenaamd specifiek gericht op een futuristische noch wetenschaps fictieve
reis doorheen verschillende stadia van mijzelf. 4x kom ik iets tegen, 4x mezelf.
Een lange weg naar beneden, en de enige kant weg van de weg is benedenwaarts
veel afstand, weinig tijd, weinig veiligheid. Hopend op een afloop. Degelijk.

21/02/2008:
Mijn ziel gevangen in een anticomplex omringd door proconcepten en contracten.
Ik zit enerzijds gebonden aan een telefoonpaal, verbonden met onzekere lijnen,
anderzijds aan een draadloze verbinding die mij laat denken wat ik wil, hoe ik wil,
en vooral waarom ik wil. Antwoorden zijn zo te geven maar niet zo te begrijpen.

22/02/2008:
Ik ondervind meermaals op onthoud een gebrek in zo’n gesprek, waarvan ieder dacht
dat zoiets inhumaan en incorporaal zou zijn. Een onwerkelijk in de negative zin
kwam uit de kelder der angst. Een laat geluk, een bevrijdenising van een bloedbad
tot een slechte behouding naar een zweetbad, bijgevuld met tranen van afschuw.

23/02/2008:
Lachend ween ik zo mijn zorgen weg, want ik lach me zelfs levend dood.
Pijn doet er niet toe en niemand geeft om uw uiterlijk, noch uw lage status,
want iedereen is gelijk, gelijkgebalsemd, gelijkgestemd als een gitaar in drop D.
Vibratie die al even over tijd is, maar nog net zo hoog wordt geacht als altijd.

24/02/2008:
Zo klein, zo ongelooflijk jong maar toch reeds verantwoordelijk. Leven is plezier,
verlangen is een abstractie maken van uw bezit. Een materieel gebeuren hier,
mijn hart, mijn omgeving, overal behalve dichtbij. Er zijn geen pakken meer
om bij te zitten. ‘t Blijkt beter af te zijn met mij erbij, ik ben jullie stimulans.

25/02/2008:
Elke dag die er maar toegevoegd wordt aan mijn kalender der lusteloosheid,
elke dag een is een dag te bekoren, te beminnen als een voorbereide routine
zonder script noch generale repetitie. We leven een toneelstuk, en de een is
figurant, de ander is een belangrijke figurant. Ieder is een pion onder dit regime.

26/02/2008:
Behalve standvastig gevoel en ook gemengd en tesamen, er is vooral weinig.
Een implosie van ontploffingen tussen mijn epidermis en de appendixxx.
Gebroken duimen of enkels zijn geveinsd, maar een of ander hart is echt kapot,
voor mij een gok, voor u een mysterie waarvan gij niets vanaf weet n’est-c’pas?

27/02/2008:
Heimelijk stiekem kruip ik in mijn eigen huid en mijn hart kruipt in de jouwe
zolang totdat we op dezelfde golflengte zitten en zokort dat jij je bedenkt en
ik spijt heb van een eind aan dat dit onbepaald begin. Ach, ik zou amper tot
zelfs nooit kwaad kunnen zijn op u, zelfs al bestond ge uit ideaele moleculen…

28/02/2008:
Het oog krijgt wat het wil, maar wij, gehelen, willen ook wat. Een kunst op zich,
zo worden wij beschreven, of erger: een verzameling van entiteiten met hun eigen
identiteiten. Te vaak ben ik verwaarloosd, te vaak zijt gij miskend, te vaak zijn wij
misnoegd en te weinig respect gaat naar ons uit. Een schande, een schaamte!

29/02/2008: LEAP EDITION
Niets dat eruit springt, maar er bleef veel inzitten. Potentiële krachten die naar
boven zouden vallen verbergen vaak onderliggende berichten die niet betekenen.
Soortgelijk aan vermaak, vertier en die trend, kwamen treinwagons aan met genoeg
in de overtreffende trap, maar ik blijf wachten tot hij stopt aan mijn spoor.

Geen opmerkingen: